Hoe kun je verschil maken in de wetenschap
Verslag van het evenement De Geheimen van Verschilmakers
door Claartje van Sijl
Lang geleden, in een universiteitsstad hier niet heel ver vandaan, was er eens een loopbaandag voor promovendi. “Wie wil er allemaal hoogleraar worden?”, vroeg de hoogleraar en directeur van de organiserende onderzoeksschool. Meteen schoten een paar vingers de lucht in. Ja, hij daar: heeft zelf zijn promotie-grant binnen gehaald, iedereen kent hem, hij spreekt altijd bij landelijke bijeenkomsten, zijn outfit straalt een overdosis zelfvertrouwen uit. En zij natuurlijk: zij is goede vriendjes met die invloedrijke hoogleraar, stapt altijd meteen op hooggeplaatste gastsprekers af en heeft allerlei lijntjes lopen naar verschillende onderzoeksgroepen die nieuwe projecten voorbereiden. Oh, en hij ook: hij weet die professor precies voor zijn karretje te spannen, krijgt altijd leuke klussen toegespeeld en troeft je in vergaderingen af met voorstellen die hij in de wandelgangen heeft voorbereid. In hun boek ’Kantoorgeheimen’ noemen Linda van der Wal en Carla van der Wal hen de bokito, de carrièretijger en de kantoorpoliticus.
Na enig aarzelen volgden op de vraag van de directeur van de onderzoeksschool nog enkele handen; bescheiden, soms twijfelend. Daar, van die harde werker: zij geeft perfect verzorgde colleges, is altijd op tijd met het nakijken van tentamens, en is ’s ochtends vroeg in de bibliotheek te vinden achter een stapel boeken. En zij: je kunt altijd bij haar terecht voor een adviesje bij de koffieautomaat, ze heeft feitelijk de organisatie van dat internationale congres gedaan, en ze heeft die verhitte discussie met de studenten in de opleidingscommissie toen zo relaxed opgelost. Dit zijn de helden van de zussen Van der Wal: de harde werker en de teamspeler.
Een paar promovendi, tenslotte, keken voorzichtig rond op de vraag van de directeur van de onderzoeksschool naar wie van de aanwezige promovendi hoogleraar wilde worden. Slechts twee durfden het uiteindelijk: hun hand niet opsteken. De hoogleraar zag het niet, maakte een rondje langs de eerste drie (de ‘brutalen’), informeerde naar hun ambitie en motivatie, en concludeerde: “Mooi zo.” Ik was één van deze twee laatste promovendi die voorzichtig uitkwamen voor hun andere ambitie en toekomstvisie. In de termen van ’Kantoorgeheimen’ kun je hier een derde type held zien: de vernieuwer.
De harde werker, de teamspeler en de vernieuwer zijn de werkelijke verschilmakers in de universitaire organisatie. Zij staan centraal op het evenement ’Verschilmakers’ van Linda van der Wal in samenwerking met het Vrouwennetwerk Universiteit Utrecht, het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH) en prof. dr. Iteke Weeda. Tot mijn genoegen merk ik dat er verschillende promovendi en postdocs op het programma zijn afgekomen. Er is al veel veranderd sinds ik promoveerde… Intussen heb ik ook mijn manier gevonden om verschil te maken in de wetenschap. Dit gaat echter niet vanzelf en ik merk dat ik voortdurend moet opletten om niet uit mijn kracht te raken. Gelukkig zit ik op een middag in november bij het evenement in het Academiegebouw in een zaal vol verschilmakers die hetzelfde ervaren.
Deze middag draait om vragen als: “wat is het verschil dat jij wilt maken, wat inspireert jou daarbij en waar zit ‘m de crux?” De inzet is je talenten laten zien en elkaar de hoogte in tillen. Ik ontmoet een postdoc uit Maastricht die vandaag gaat uitvinden hoe ze de dingen op haar manier kan doen. Ik spreek een UHD die zich afvraagt: “Ik ben op weg naar een leerstoel, maar wat wil ik echt?” En bij de koffie hoor ik iemand verzuchten:“Mijn onderzoek komt altijd op de laatste plaats”, om vervolgens te lachen: “ O, wacht: eigenlijk ikzelf!” Met inspiratie en humor creëert Linda van der Wal een snelkookpan waarin een vijftigtal niet-borstklopperige onderzoekers gereedschappen krijgen om hun talenten tot hun recht te laten komen en hun verschil te maken.
Luchtig en niettemin raak is de conference van prof. Iteke Weeda halverwege het programma. Zij spreekt over het spanningsveld tussen de polariteiten van masculien en feminien, ofwel de kwaliteiten van yin en yang. De werkvloer van de toekomst, waarin professionals met vertrouwen ruimte krijgen, vraagt om leiderschap uit het gulden midden van dit spanningsveld: het zogenaamde Tripple-A-leiderschap. Dat wil zeggen dat je authentiek bent (je niet anders voordoet dan je bent omwille van de functie die je hebt), dat je androgyn communiceert (sterk in de inhoud, maar zacht in de relatie) en dat je handelt op basis van een natuurlijke autoriteit en volstrekte gelijkwaardigheid. Voorbeelden van situaties die uitspelen hoe dit nog niet gebeurt en hoe vanuit de polariteiten gedacht en gereageerd wordt, buitelen over elkaar heen. Om er één te noemen: na een presentatie van een recent onderzoek ontvangen de sprekers, een man en een vrouw, geen enkele feedback. Hij denkt: “Dat ging goed, ze hebben er niets op aan te merken.” Zij daarentegen denkt: “Mwah, geen reactie. Ze zullen het wel niet veel soeps hebben gevonden” en geeft haar collega dan zelf maar een compliment. Hij: “Dank je.” Zij: “Wat vond je van mijn presentatie?” Hij denkt haar te helpen en begint te vertellen wat ze allemaal de volgende keer beter kan doen. Zij denkt: “Zie je wel, ik kan er niks van.”
Een concreet advies dat Weeda bescheiden verschilmakers geeft in zo’n situatie, is het besef dat niets je kan kwetsen tenzij je het de macht of toestemming daartoe geeft. En aan de man in dit voorbeeld stelt zij een drieledige check voor: is het waar wat je wilt zeggen? Is het nodig dat je het zegt? En is het vriendelijk om te zeggen? Antwoord je bij 2 van de 3 “ja”, dan is het goed om het inderdaad te zeggen. Zo niet, dan kun je het beter laten. Trouwens, ook als je een bescheiden verschilmaker bent en toch wilt zorgen dat je gezien wordt, kun je deze drieledige check goed gebruiken om bijvoorbeeld je mond open te doen in een vergadering. Een inspirerende oneliner van Neale Donald Walsch besluit het verhaal van Weeda: “Verheerlijk wie je vandaag bent, maar veroordeel niet wie je gisteren was en sluit niet uit wie je morgen zult zijn.”
En dan de praktijk. Hoe doe je dat? Die vraag pakt Linda van der Wal in de rest van de middag op. Zij biedt een recept in vijf stappen om verschil te maken en werk te doen waarin je talenten tot hun recht komen:
- durf te dromen. Verbeeldingskracht gaat vooraf aan de verwerkelijking ervan. Maak eens een voorstelling van je best mogelijke zelf en doe daar een scheutje lef bij. Wat zou je volgend jaar doen als je niet kon falen?
- doe mentale krachttraining. Optimisme en positieve emoties vergroten je creativiteit en psychische veerkracht. Luister je naar je innerlijke fan of naar je innerlijke criticus? Door wie laat je je voeden?
- observeer de crux. Wees een scherp waarnemer van je innerlijke dialoog en kijk in de situatie waar jouw hefboom zit. Hoe kun jij laten zien wat je in huis hebt? Wil je bijvoorbeeld een onderzoeksgebied op de kaart zetten, dan heb je lange adem nodig en moet je soms het politieke spel meespelen.
- kom in actie. Welke stap kun jij nemen in de richting van jouw doel met maar 1% van je energie? En, minstens even belangrijk als je helemaal gestrest bent van alle ballen die je in de lucht moet houden: waar kun je mee stoppen?
- durf te vragen. Verschil maken en succes halen doe je niet alleen. Blijf niet te lang doormodderen. Waar heb jij hulp bij nodig?
Met Kantoorgeheimen in onze rugzak verlaten we in de schemering het Academiegebouw. Het carillon van de Dom speelt een Sint Maartenslied. Sint Maarten: beschermheilige van Utrecht en voorbeeld in de kunst van het delen. Delen hebben we gedaan deze middag: ervaringen, inspiratie, handvatten, kennis, intuïtie, hulp en humor.
Claartje van Sijl schreef dit verslag op verzoek van het Vrouwennetwerk Universiteit Utrecht. Lees de nieuwsbrief vrouwennetwerk UU online.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!